Een locatiesensor gebruiken

Met een locatiesensor creëer je een virtuele grens rond je huis en worden de modi van je Ring-apparaat automatisch beheerd wanneer je thuiskomt en vertrekt. Dit garandeert de beveiliging zonder dat je handmatige aanpassingen hoeft te doen. Je wordt eraan herinnerd om je apparaatmodus in te stellen op 'Weg' wanneer je de virtuele zone verlaat en deze wordt automatisch ingesteld op 'Thuis' wanneer je het gebied weer binnenkomt.

Voor deze functie is een Ring Home-abonnement vereist.

Een locatiesensor in- of uitschakelen in de Ring-app

Alleen de hoofdeigenaar van het Ring-account kan de locatie van de locatiesensor aanpassen. Andere gebruikers kunnen zelf de locatiesensor instellen om herinneringen te krijgen en de sluimerfunctie te gebruiken.

Zo schakel je een locatiesensor in of uit:

1. Open de Ring-app en ga naar hoofddashboard.

   • Als je je locatie wilt wijzigen:

   • Tik op je locatie (▼) boven aan het scherm.

2. Tik op

   Instellingen

   .
3. Tik op

   Standen en automatiseringen

   .
4. Tik op

   Locatiesensor

   . 
5. Tik op

   Functie inschakelen

   om de locatiesensor te activeren of op

   Locatiesensor uitschakelen

   om deze te deactiveren.
6. Tik op

   Doorgaan

   .
7. Controleer of je woning in het midden van het locatiesensorgebied staat en tik op

   Bevestigen

   .
8. Stel de duur voor

   Automatisch sluimeren

   in en selecteer de apparaten waarvoor je meldingen tijdelijk wilt uitschakelen.
   • Gesluimerde apparaten geven je geen melding wanneer je thuiskomt, maar actieve apparaten wel.
   • Let op:

     Ring Alarm wordt niet weergegeven in deze lijst.
9. Tik op

   Doorgaan

   .
10. Schakel

    Inschakelherinneringen

    of

    Uitschakelherinneringen

    in. Met inschakel- en uitschakelherinneringen krijg je een melding wanneer je het gebied van de locatiesensor verlaat of binnengaat zonder dat je de modi hoeft te wijzigen. Deze herinneringen worden alleen verzonden naar het mobiele apparaat waarop ze zijn ingesteld.
11. Tik op

    Herinneringstoon

    om een meldingsgeluid in de lijst te kiezen.
12. Tik op

    Doorgaan

    .
13. Tik op

    Voltooien en opslaan

    .
14. Tik op

    Ga naar Instellingen

    omaltijd locatiemachtigingen toe te staan.

    Let op:

    de functie locatiesensor werkt alleen als de machtigingen voor de locatie zijn ingesteld op 'Altijd aan'.

Je locatiesensor aanpassen

1. Open de Ring-app en ga naar hoofddashboard.

2. Tik op het menu (☰).

3. Tik op

   Instellingen

   .
4. Tik op

   Standen en automatiseringen

   .
5. Tik op de kaart.
6. Sleep de grens van de locatiesensor naar het gewenste gebied.
7. Tik op

   Opslaan

   om je wijzigingen te bevestigen.

Let op: deze wijziging heeft gevolgen voor alle iOS- en Android-apparaten die momenteel zijn gekoppeld aan de locatiesensor van deze locatie.

Problemen met de locatiesensor oplossen

Voor optimale prestaties heeft de locatiesensor een constante netwerkverbinding en volledige toegang tot de locatiediensten van je smartphone of tablet nodig. Als je locatiesensor niet werkt of als gebeurtenissen op basis van de locatiesensor met vertraging binnenkomen, probeer je de volgende stappen om het probleem op te lossen: Locatiemachtigingen: bevestig dat locatiemachtigingen voor de Ring-app altijd zijn toegestaan in je iOS- of Android-instellingen.

Volg deze stappen voor Android:

1. Ga naar

   Instellingen.
2. Tik op

   Machtigingen.
3. Tik op

   Locatie.
4. Selecteer

   Altijd toestaan

   of

   Altijd

   (de opties kunnen verschillen afhankelijk van je Android-versie).

Volg deze stappen voor iOS:

1. Ga naar

   Instellingen.
2. Selecteer de

   Ring

   -app in de lijst.
3. Tik op

   Locatie.
4. Selecteer

   Altijd.
5. Als je apparaat draait op iOS 17 of hoger, moet

   Exacte locatie

   ook zijn ingeschakeld voor de Ring-app.

Signaalsterkte van het netwerk voor je mobiele apparaat: controleer de signaalsterkte bij de grens van het gebied van je locatiesensor. Als het signaal zwak is, pas je je locatiesensor aan zodat deze een gebied met een betere internetverbinding bestrijkt.

Vliegtuigmodus: zorg ervoor dat de vliegtuigmodus is uitgeschakeld op je smartphone of tablet.

Achtergrondgegevens: schakel achtergrondgegevens en batterijgebruik in voor de Ring-app op je smartphone of tablet. Schakel instellingen voor gegevensbesparing uit.

Andere apps: schakel apps voor beveiliging of prestatieoptimalisatie uit, zoals een VPN (Virtual Private Network). Dergelijke apps kunnen problemen met Ring veroorzaken.

Instellingen voor gegevensbesparing: schakel instellingen voor gegevensbesparing die de Ring-app kunnen verstoren uit.

Batterij-instellingen: schakel de instellingen voor batterijbesparing uit (bijvoorbeeld optimalisatie, aangepast batterijgebruik, spaarstand).