Als de Ring-meldingen die naar je iOS-apparaat worden verzonden vertraagd of helemaal niet aankomen, probeer dan met onderstaande tips dit probleem op te lossen.
Zorg ervoor dat het apparaat online is
Je kunt controleren of het apparaat online is door naar de Apparaatstatus-pagina in de Ring-app te gaan:
- Klik op het menupictogram (drie horizontale lijnen) in de linkerbovenhoek van het dashboard
- Tik op Apparaten
- Tik op het apparaat waarvoor je problemen wilt oplossen
- Tik op Apparaatstatus
- Controleer de signaalsterkte onder de netwerkinstellingen
Controleer de instellingen van de meldingen in de Ring-app
Voor Ring Video Doorbells en beveiligingscamera's:
Controleer eerst of meldingen zijn ingeschakeld. Ga in de Ring-app naar Apparaatinstellingen en controleer of de schakelaars voor Ring-meldingen en Bewegingsmeldingen zijn ingesteld op de blauwe 'aan'-positie.
Let op: de meldingsinstellingen zijn specifiek voor het mobiele apparaat dat is aangesloten op Ring, niet voor de Ring Video Doorbell of beveiligingscamera.
Als je bijvoorbeeld meldingen activeert op je telefoon, worden deze niet automatisch geactiveerd op je tablet. Daarom moet je de meldingsinstellingen handmatig wijzigen voor elk apparaat dat is verbonden met Ring.
Voor Ring Alarm: alarmmeldingen versus instellingen voor apparaatspecifieke meldingen
Er zijn twee gebieden in de Ring-app waar je specifieke waarschuwingen voor je Ring Alarm kunt beheren: Alarmmeldingen en de apparaatinstellingen voor bepaalde apparaten.
Alarmmeldingen
Het merendeel van de Ring Alarm-meldingen wordt beheerd via het menu met instellingen voor alarmmeldingen.
Onder alarmmeldingen vallen de beveiligings-, systeem- en apparaatgerelateerde meldingen. Beveiligings- en systeemmeldingen geven aan wanneer het systeem op de accu of mobiele back-up werkt, wanneer ingangsvertraging is geactiveerd, eventuele wijzigingen in de modus en wanneer een apparaat is uitgeschakeld.
Apparaatspecifieke meldingen van de instellingen voor alarmmeldingen betreffen de status van basisstation en apparaten en geven aan wanneer er met een apparaat is geknoeid, een firmware-update is voltooid, de accu bijna leeg is of wanneer er water of een lage temperatuur wordt gedetecteerd.
Apparaatstatusmeldingen worden alleen verzonden als het alarmsysteem is ingeschakeld.
Voor toegang tot de instellingen voor alarmmeldingen:
- Tik op Menu.
- Tik op Instellingen.
- Tik op Alarmmeldingen.
Je kunt de voorkeuren voor e-mailmeldingen en pushmeldingen beheren op de pagina Alarmmeldingen. E-mailmeldingen zijn standaard uitgeschakeld. (Let op: je ontvangt nog steeds e-mailmeldingen wanneer het systeem een alarm afgeeft. Je kunt deze belangrijke e-mailmeldingen niet uitschakelen.)
Schakel de hoofdschakelaar voor e-mail in om e-mailmeldingen te ontvangen en individuele meldingsinstellingen te bekijken. Als je de hoofdschakelaar voor e-mail inschakelt, worden alle afzonderlijke e-mailmeldingen ingeschakeld, met uitzondering van 'Overgeslagen apparaten'. Je kunt de afzonderlijke meldingen in- en uitschakelen om alleen meldingen te ontvangen op basis van je persoonlijke voorkeur.
In tegenstelling tot e-mailmeldingen zijn pushmeldingen standaard ingeschakeld. (Let op: je ontvangt nog steeds pushmeldingen wanneer het systeem een alarm geeft, omdat dat type waarschuwing niet door gebruikers kan worden ingesteld). Als je de hoofdschakelaar voor pushmeldingen in- en uitschakelt, wordt elk afzonderlijke melding in- of uitgeschakeld. Hierop zijn geen uitzonderingen mogelijk.
Andere tips over alarmmeldingen:
- Eigenaren en gedeelde gebruikers kunnen hun meldingsinstellingen op elk gewenst moment in- en uitschakelen, afhankelijk van hun persoonlijke voorkeuren, zolang het basisstation online is en ze op 'Opslaan' tikken om de instellingen te behouden.
- Nadat een gebruiker de instellingen voor alarmmeldingen voor het eerst heeft bijgewerkt en op 'Opslaan' heeft getikt, onthoudt de app de afzonderlijke standen van de schakelaar en kan de voorgaande status van elke afzonderlijke schakelaar worden hersteld.
Instellingen voor apparaatspecifieke meldingen
Naast de instellingen voor alarmmeldingen kunnen gebruikers ook pushmeldingen inschakelen voor specifieke apparaten die meldingen verzenden, ongeacht of het systeem is ingeschakeld. Het is belangrijk om te onthouden dat de schakelaar voor afzonderlijke apparaatmeldingen alleen push-meldingen verzendt. E-mailmeldingen moeten worden beheerd via de instellingen voor alarmmeldingen. Deze meldingen worden ook verzonden wanneer het systeem is uitgeschakeld.
Apparaten met afzonderlijke meldingsinstellingen zijn contactsensoralarm, bewegingsdetectoralarm en sloten die worden ondersteund door Ring. Gebruikers kunnen ervoor kiezen om meldingen in te schakelen wanneer de bewegingsdetector beweging detecteert en wanneer de contactsensor wordt geopend en gesloten.
Als je een slim door Ring ondersteund Z-Wave-slot hebt toegevoegd aan het alarmsysteem, kun je ook een aantal meldingen inschakelen via de schakeloptie voor meldingen op de pagina met slotgegevens.
De slotmeldingschakelaar verschilt van de contactsensorschakelaars en bewegingsdetectorschakelaars en maakt de melding van verschillende activiteiten met betrekking tot het slot. De slotmeldingschakelaar geeft een melding wanneer een slot wordt vergrendeld, ontgrendeld en/of automatisch wordt vergrendeld en wanneer er een toegangscode aan het slot is toegevoegd vanuit het slot zelf.
Het Berichtencentrum op je iOS-apparaat controleren
Als je nog steeds geen Ring-meldingen ontvangt, klik je hier om meldingen in te schakelen op je iPhone.
- Als deze instellingen zijn geactiveerd, log je uit bij de Ring-app en meld je je vervolgens weer aan.
- Zorg dat de functie 'Niet storen' is uitgeschakeld. Als je deze instelling wilt wijzigen, open je het bedieningspaneel door het snelmenu onder in het beginscherm te openen en vervolgens op het maanpictogram te tikken om de functie uit te schakelen.
- Test ten slotte het apparaat door op de knop van de deurbel te drukken of een bewegingsmelding te activeren.
- Herhaal deze stappen op elk ander iOS-apparaat dat geen meldingen ontvangt.
Een zachte reset uitvoeren
Als geen van deze stappen de problemen heeft opgelost, moet je mogelijk een zachte reset uitvoeren. Dat doe je zo:
- Houd de slaap-/ontwaakknop rechtsboven op het apparaat en de startknop onder op het apparaat tegelijkertijd ingedrukt
- Houd beide knoppen ingedrukt totdat het scherm zwart wordt
- Wacht tot het witte Apple-logo wordt weergegeven
- Nadat je apparaat is opgestart, test je de deurbel en bewegingssensor; meldingen zouden nu moeten verschijnen.
Voor iPhone X:
- Houd de knop aan de zijkant (rechtsboven) en de volumeknop ingedrukt.
- Laat de knoppen los wanneer 'schuiven om uit te schakelen' wordt weergegeven.
- Schuif de aan/uit-schakelaar naar rechts.
- Wanneer het apparaat is uitgeschakeld, houd je de knop aan de zijkant ingedrukt totdat het Apple-logo wordt weergegeven. Daarna laat je de knop los.