Ring maakt gebruik van twee verschillende typen bewegingsdetectiesystemen in de videodeurbellen en beveiligingscamera's, infraroodbewegingsdetectie (PIR-sensoren) en geavanceerde bewegingsdetectie (op camera gebaseerde bewegingsdetectie). Er zijn enkele belangrijke verschillen tussen deze bewegingsdetectiesystemen.
Bewegingsdetectiesystemen
De apparaten van Ring zijn voorzien van PIR- en op camera's gebaseerde bewegingsdetectiesystemen. In bekabelde producten, zoals de Floodlight Cam Wired Plus, worden de PIR-sensoren en de camera samen gebruikt om de lichten en bewegingsmeldingen te activeren. Hierdoor bestrijkt de PIR een veel breder gebied, waarbij de lampen worden geactiveerd bij beweging en je gebruik kunt maken van de geavanceerde analysemogelijkheden van de camera.
In producten met batterij kunnen PIR-sensoren afzonderlijk of in combinatie worden gebruikt door geavanceerde bewegingsdetectie in te schakelen in de Ring-app. Bij nieuw ingestelde apparaten op batterijen is geavanceerde bewegingsdetectie standaard ingeschakeld.
Geavanceerde bewegingsdetectie
De enige optie voor bekabelde apparaten en de standaardoptie voor nieuw ingestelde apparaten op batterijen. Dit systeem biedt meer aanpassingsopties doordat je drie personaliseerbare bewegingszones in het gezichtsveld van de camera's kunt aangeven om te kijken of er beweging is. Met deze zones kun je een specifiek gebied definiëren dat het Ring-apparaat in de gaten moet houden. Alles buiten dat gebied wordt dan genegeerd.
Door bewegingszones aan te geven, worden vaak gebruikte gebieden zoals openbare paden en wegen uitgesloten van detectie. Zo worden het aantal 'fout-positieve' bewegingsmeldingen (zoals auto's die voorbijrijden) beperkt en de effectiviteit van het Ring-apparaat aanzienlijk verhoogd.
Infraroodbewegingsdetectie
Optioneel te gebruiken op zichzelf voor apparaten die op batterijen werken, maar niet optioneel voor bekabelde apparaten. Dit systeem heeft PIR-bewegingssensoren die een iets groter gebied bestrijken dan het gezichtsveld van de camera. De PIR-sensoren identificeren bezoekers aan de hand van een bewegend warmtepatroon. Er wordt een signaal naar je slimme apparaat gestuurd wanneer ze een signaal detecteren. Aangezien PIR's warmte registreren, worden te kleine warme voorwerpen niet gedetecteerd.
Maar als een warm, niet-menselijk object groot genoeg is, krijg je soms onterecht een melding. Gelukkig kun je het bereik en de gevoeligheid van de sensoren instellen met de bedieningselementen in de Ring-app.
Als je een apparaat op batterijen hebt (met uitzondering van de Stick Up Cam Battery), kun je elke vooraf ingestelde bewegingszone in- of uitschakelen (zie onderstaande afbeelding). Als je een Stick Up Cam Battery hebt, kun je alleen bewegingszones selecteren als je geavanceerde bewegingsdetectie inschakelt.
Let op: als je een Ring Protect-abonnee bent, kun je de bewegingsmeldingen verfijnen om onderscheid te maken tussen personen en andere bewegingen met behulp van Slimme meldingen in de Ring-app. Slimme meldingen zijn beschikbaar ongeacht of geavanceerde bewegingsdetectie is in- of uitgeschakeld.